In eerdere posts schreven wij over het overtrainen van het paard en supercompensatie, belangrijke onderdelen van de trainingsleer. In deze post leer je over de opbouw van een verantwoorde training kijkend naar trainingsleer: warming-up en cooling-down.
Door Tamara Abrahams
Misschien heb je het wel eens gezien bij een voetbalwedstrijd: voor aanvang van de wedstrijd huppelen en joggen de spelers het veld over en doen hier en daar wat rek- en strekoefeningen. Dit alles om de spieren, banden en gewrichten op te warmen en soepel te maken, alvorens aan de wedstrijd wordt begonnen. Zouden ze dit niet doen, dan is de kans op een blessure erg groot!
Onze professionele sporters weten het wel en zullen het wel uit hun hoofd halen om ‘koud’ aan hun sportprestaties te beginnen. Maar vaak genoeg wordt er bij de paarden toch niet voldoende aandacht aan besteed terwijl dit, tezamen met de cooling-down, het belangrijkste onderdeel van de training is!
Waarom een warming-up?
Door je training langzaam te beginnen en je paard geleidelijk op te warmen, komt de bloedsomloop op gang en geef je het bewegingsstelsel van het paard de kans om optimaal te kunnen functioneren en zich voor te bereiden op de verdere training. Trainen met een goed opgewarmd en soepel lijf voorkomt blessures!
De pezen en banden van een paard zijn minder goed doorbloed dan de skeletspieren. Het duurt voor deze structuren langer eer zij goed zijn opgewarmd en klaar zijn voor de inspanning. Het is daarom ook van groot belang om voor de warming-up ruim voldoende tijd uit te trekken. Neem hier zeker 20 minuten de tijd voor. Zeker voor paarden die veel op stal staan is dit van groot belang.
Hoe goed op te warmen
Moeten we dan 20 minuten lang rondjes sjokken? Nee, zeker niet! De warming-up lijkt misschien heel saai, maar deze fase in de training kun je juist goed benutten om alle voorwaarden voor een goede verdere training te scheppen. Zoals onder andere het paard scherp maken voor de hulpen en het paard soepel maken in het lijf. Vooral voor dat laatste is de warming-up uiteraard bedoeld.
Het is verstandig ruim 10 minuten goed in te stappen. Je hoeft dan echt niet 10 minuten in een langzaam tempo en een los teugeltje rond te sjokken op je paard. Een arbeidsstap in een voorwaarts neerwaartse houding is het fijnst zodat de bovenlijn mooi op lengte komt. Wissel zo nu en dan af met het rijden van grote voltes of slangevoltes zodat het paard zowel links als rechts mooi los komt in de buiging. Verder kun je in de stap je paard al wat scherper maken aan de hulpen door kleine tempowisselingen te vragen of overgangen halt-stap te rijden.
Na het stappen volgt de draf. In de opwarmfase is het fijn om je paard nog wat voorwaarts neerwaarts rond te laten draven om zo, net als in de stap, rustig de bovenlijn op te kunnen rekken. Daarbij kun je net als in de stap wat spelen met het tempo, overgangetjes maken en de souplesse in de buiging verbeteren door grote voltes, slangevoltes of bijvoorbeeld gebroken lijnen te rijden. Houd in de opwarmfase in de draf nog een arbeidstempo aan en vraag nog geen uitgestrekte gangen.
Veel paarden komen fijner los in het lijf in de galop. Dit omdat er in de bovenlijn een grotere bewegingsuitslag wordt behaald en de onderlijn goed moet worden aangespannen. Als dat voor jouw paard zo geldt, kun je best na een paar rondjes draf al lekker gaan galopperen. Rijd ook hier je paard zoveel mogelijk ontspannen over de rug in een voorwaarts neerwaartse houding. Om te voorkomen dat het paard teveel op de voorhand komt, kun je gebruik maken van tempowisselingen en kleine schakelingen. Daarmee houd je je paard gelijk ook scherp voor de hulpen. Wissel ook hier rechte lijnen weer af met voltes.
Wanneer het paard fijn is opgewarmd en soepel is in het lijf, is het klaar voor de verdere training en kan de intensiteit worden opgevoerd.
Cooling-down
Na de training is een goede cooling-down minstens zo belangrijk. Met een goede cooling-down voorkom je dat melkzuren gaan ophopen met spierpijn en spierstijfheid als gevolg.
Met een goede cooling-down krijgt het paard de kans op adem te komen, mentaal en fysiek tot ontspanning te komen, melkzuren af te voeren en zoals de benaming ‘cooling down’ al zegt geleidelijk af te koelen. Wanneer je aan het eind van de training gedurende 10 minuten je paard afwisselend laat uitdraven en galopperen in een voorwaarts neerwaartse houding, zullen melkzuren sneller door het lichaam worden afgevoerd en zal het lichaam deze melkzuren tevens gebruiken voor verbranding . In de stap zal dit proces minder effect hebben doordat de hartslag daalt en daarmee de bloedsomloop zal vertragen en melkzuren minder goed worden afgevoerd. Stap het paard uiteindelijk helemaal goed op adem.
Veel succes!!
Tamara, sportmasseur @ Tamara Abrahams Equine Sports Massage/Website/ Facebook
Claudia, sportmasseur @ My happy athlete / Website / Facebook